top of page

Portfolio bril




Onlangs stuitte ik in De Groene Amsterdammer op een artikel over blockbusters (https://www.groene.nl/artikel/blockbusters-kunnen-musea-maken-of-breken).

Geen recent artikel, maar wel van dit jaar nog (februari). Meta Knol zwengelde deze discussie jaren geleden aan, met haar kritiek op de blockbuster verslaving.

Nu is de blockbuster opnieuw onderwerp van discussie. Dat non-profit organisaties ook ondernemingen zijn en bezig moeten zijn met continuïteit, komt in deze discussie niet zo goed uit de verf. Terwijl dit wel heel belangrijk is. Of beter nog: urgent.

Het voortbestaan van instellingen, zoals we onlangs ook weer zagen bij de Warme Winkel en ITA, is allesbehalve vanzelfsprekend. Organisaties moeten niet alleen hard werken om de begroting rond te krijgen, ook moeten ze ervoor zorgen dat de missie kan worden bestendigd. Dat betekent dat winst moet worden gemaakt, zodat aan vermogensvorming voor weerstand en innovatie kan worden gedaan. Voor bepaalde culturele instellingen hebben blockbusters ook die functie. Ze zijn niet alleen bedoeld om veel mensen te bereiken en de missie te realiseren, maar ook om het businessmodel van de noodzakelijke continuïteit te voorzien. Ik herhaal hem nog maar eens: zonder euro's geen missie.


Maar waar ik het hier ook over wil hebben: blockbusters zijn onderdeel van een portfolio-benadering. Met de meeropbrengsten van blockbusters worden tekorten van andere onderdelen gecompenseerd. Van aanbod dat voor de missie heel belangrijk is, maar geld kost. Wat jaren terug alweer, sprak ik Jan Teeuwissen en Sjarel Ex voor Cultuur+Ondernemen (https://www.youtube.com/watch?v=EnJU_RwhT7g en https://www.youtube.com/watch?v=wOw5sl78Z-Q), die met publiekstrekkers ander, verlieslijdend aanbod bekostigen.

Andere portfolio-onderdelen, zoals museumwinkels en cafés, hebben ook die functie.

Of wat dacht je van de vriendenkringen van Beelden aan Zee: ook een voorbeeld van aanbod om tekorten van andere onderdelen op te vangen. Jan Teeuwissen zei daarover met zoveel woorden: als het regent komen de mensen niet, dan mist het museum belangrijke inkomsten, de vriendenkringen dempen dit risico (https://www.youtube.com/watch?v=EnJU_RwhT7g).

Is dit portfolio denken exemplarisch voor de cultuur? Nee. Er zijn stadsboerderijen bijvoorbeeld, die hun verlieslijdende core business, namelijk gratis toegankelijk zijn voor jong en oud, compenseren met inkomsten uit workshops, verhuur en andere activiteiten. En zo ook nog wat overhouden voor een rainy day. Er zijn er ook die dit doen met aanbod op het gebied van dagbesteding of arbeidsintegratie. Een voorbeeld wil ik speciaal nog even noemen: Brinkie in Amsterdam Zuidoost. Deze stadsboerderij heeft een aparte kringloopwinkel opgezet, gerund door vrijwilligers, die spullen inzamelen en met winst verkopen. Dat levert de stadsboerderij jaarlijks een nogal behoorlijk bedrag op, ik dacht zeker enkele tientallen duizenden euro’s, als het niet meer is.

Tot slot: doe vooral wat je belangrijk vindt en wat bij je missie en ambities past. Daarvoor ben je immers met je organisatie op aard. Maar wil je dat bestendig doen: kijk dan eens naar je aanbod met een portfolio-bril. Compenseer aanbod dat belangrijk is voor je missie maar geld kost, met aanbod dat geld oplevert. Dit heeft niet zo heel veel te maken met principes, die naar mijn smaak de hele blockbusterdiscussie wel erg domineren, maar vooral met (sociaal of cultureel) ondernemerschap. En het bestendigen van je missie.


Boris Franssen, september 2024.

Comments


bottom of page